Objectieven zijn belangrijk voor fotografen, maar er bestaan veel mythes die ervoor zorgen dat mensen onnodig veel geld uitgeven. De meeste moderne lenzen, zelfs betaalbare opties, zijn optisch uitstekend en kunnen professionele resultaten leveren. Toch blijven fotografen duizenden euro's uitgeven aan marginaal betere lenzen, terwijl ze beter zouden investeren in het leren van lichttechnieken of het oefenen onder moeilijke omstandigheden.
Deze mythes kosten je onnodig geld:
-
Je hebt f/1.4 nodig voor professionele portretten. Lenzen met f/1.4 kosten duizenden euro's meer dan f/2.8 alternatieven, maar zijn vaak lastiger te gebruiken voor portretten. De extreem kleine scherptediepte zorgt ervoor dat niet beide ogen scherp zijn, vooral bij kleine hoeken of bij het fotograferen van meerdere personen. Professionele portretfotografen gebruiken vaak f/2.8 of zelfs f/4 om gezichten volledig scherp te krijgen. Het geld dat je bespaart kun je beter besteden aan verlichting of scholing.
-
Zoomlenzen zijn slechter dan prime lenzen. Moderne zoomlenzen zijn net zo goed als prime lenzen, maar veel flexibeler. Deze mythe komt uit het filmtijdperk toen zoomlenzen inderdaad zwakker waren. Nu leveren professionele zoomlenzen zoals een 24-70mm f/2.8 uitstekende scherpte en kwaliteit. Je kunt snel je compositie aanpassen zonder van lens te wisselen, wat vooral handig is bij bruiloften en evenementen. Een goede zoom kost vaak minder dan meerdere prime lenzen bij elkaar.
-
Full frame is altijd beter. Lenzen speciaal gemaakt voor crop sensors zijn vaak optisch superieur voor dat formaat dan full frame lenzen. Full frame lenzen moeten een groter beeldvlak bedekken en presteren daardoor vaak minder goed aan de randen. Crop-specifieke lenzen zijn bovendien lichter en compacter, wat prettig werkt tijdens lange fotosessies. Veel fotografen leveren uitstekend professioneel werk met crop sensors en zouden beter kunnen investeren in verlichting of scholing.
-
Duurdere lenzen betekenen altijd betere foto's. Lenzen tussen de 500 en 1000 euro zijn optisch uitstekend en leveren professionele resultaten die niet te onderscheiden zijn van dure alternatieven. De verschillen zijn vaak alleen zichtbaar bij extreme vergroting. Professioneel succes hangt vooral af van je kennis van licht, compositie en hoe je met mensen werkt. Bovendien durven fotografen met peperdure lenzen vaak minder risico's te nemen uit angst voor beschadiging, wat juist hun groei belemmert.
-
Je hebt verschillende brandpuntsafstanden nodig voor elke situatie. Legendarische fotografen zoals Henri Cartier-Bresson gebruikten bijna alleen een 50mm lens. Door je te beperken tot één of twee brandpuntsafstanden leer je deze echt goed kennen en word je creatiever met compositie en perspectief. Te veel keuze zorgt juist voor twijfel en voorkomt dat je een lens echt leert beheersen. Veel fotografen maken hun beste werk wanneer ze zichzelf beperken.
In plaats van dure lenzen te kopen, investeer je geld beter in scholing, verlichtingsapparatuur en ervaring. Een fotograaf met goede technische vaardigheden en kennis van licht presteert altijd beter dan iemand met dure apparatuur maar zwakke basiskennis. Focus op het worden van een betere fotograaf in plaats van het verzamelen van betere spullen.

Reactie plaatsen
Reacties